top of page

De Jaloerse Drankzuchtige

  • Pim Molenaar
  • 24 dec 2024
  • 4 minuten om te lezen


Daar, samen met alle mensen die de nachtclubĀ  op dat moment herbergde, was die onbezonnen plek even later getuige van iets heel bijzonders. Niet dat iemand het doorhad, maar dat is even niet relevant. In die broeierige nachtclub, om even voor half twee in de morgen, werd de Jaloerse Drankzuchtige geboren.




Hij worstelt. Met zichzelf, door zichzelf en nu ergens doorheen. In hem sluimert de drank, de snuifbare nicotine, maar vooral de Jaloerse Drankzuchtige. Hij worstelt zich door een stomende nachtclub, door een schuim van elite geilheid, door een waas van seks beslagen. Hem valt veel op. Zeker nu hij heeft besloten de nacht te bevriezen, langzaam van achteren te besluipen en hem vervolgens te vangen.


In die nacht ziet hij dik, dun, lang, klein, blond, bruin, krulletjes, acceptabel, knap, lelijk, vies. Maar vooral ziet hij wit. Veel wit. ā€˜VariĆ«teit’ kabbelt in de woordenstroom van de Jaloerse Drankzuchtige voorbij. Dit had de eigenlijke gezagsdrager van zijn vehikel ooit eens ergens gelezen. VariĆ«teit, een verschil tussen dingen die verder hetzelfde zijn. (Ik hoor u denken: wat geletterd! Echter dreven ook ā€˜kaken’, ā€˜tijger’ en ā€˜koe’ in diezelfde stroom voorbij, stelt u zich daar dus niet al te veel bij voor.)


Even terug naar een eerder moment. Want hoe anders liep de avond op zijn eerste benen. Vulgair dansten ze. Dansend in het kaarslicht. Het had iets romantisch, daar, boven op zolder, terwijl de kamertjes daaronder bemand, bevrouwd waren door nietsvermoedende mensen. Als ze ze daar beneden niet hebben gehoord, dan hebben ze het mogelijk wel gevoeld. Misschien voelde een enkeling een druppel op zijn hoofd vallen, die tussen de plinten van het plafond naar beneden was geslopen. Want zoveel drank was er.


En dat terwijl het nog zo onschuldig begon. Even een hapje eten met de groep. Dat was het plan. Met de tijd kwamen er meer mensen, meer verhalen en meer flessen de kamer binnen. Zijn oog was die avond gevallen op S. Zonder al te veel in clichés te treden, wilde hij opmerken dat ze de groenste ogen had die hij ooit had gezien. En om dan maar wel even in een cliché te treden, want daar ontkom je toch niet aan: ogen als smaragden. Ze werden geaccentueerd door de inktzwarte eyeliner die ze die avond had gezet, en die ze met een scherpe punt bij elk van haar ooghoeken had onderstreept. Ze had het over vossen. Met groene ogen keek ze hem indringend aan. 


Hij probeerde tegelijkertijd wat hij altijd deed. Hij keek haar lang en diep aan, in het linkeroog, dan het rechteroog, weer het linkeroog, en zo door, met soms een schichtig uitstapje naar de lippen, de wangen, haar kaaklijn. Alles om het gezicht zich eigen te maken; om haar ervan te overtuigen dat het hem niet puur om het gesprek ging. Zo deden dichters in zwartwitdocumentaires het ook altijd. Het ging hem om haar. Maar met elk oogcontact werd het kleed steeds een stukje meer onder hem weggetrokken. De groene ogen deden iets met hem waar hij niet van houdt maar toch ook weer wel: ze maakten verlegen.Ā 


Dan, uren later. Het licht uit. De nachtclub. Daar, samen met alle mensen die de nachtclubĀ  op dat moment herbergde, was die onbezonnen plek even later getuige van iets heel bijzonders. Niet dat iemand het doorhad, maar dat is even niet relevant. In die broeierige nachtclub, om even voor half twee in de morgen, werd de Jaloerse Drankzuchtige geboren. Dat kon er ook nog wel bij. Hij nam de regie over, en daarmee zijn we weer terug bij waar we waren begonnen: de Jaloerse Drankzuchtige, worstelend door het schuim van dronken studenten, op zoek naar de nacht om te vangen.


Dat hij Drankzuchtig is, spreekt voor zichzelf. Acties spreken namelijk altijd voor zichzelf. Woorden hoeven daar niet aan vuil te worden gemaakt. Maar dat hij Jaloers is, zit wat complexer in elkaar. In de Jaloerse Drankzuchtige schieten de gedachtes door zijn hoofd. Hij weet dat hij Jaloers is, dat voelt hij als geen ander aan, maar waar het door komt, daar is hij nog naar op zoek. Komt het door de aandacht die anderen krijgen, dat hij die aandacht niet begrijpt, of meer specifiek, dat S. nu mogelijk ergens aandacht ontvangt, waar hij geen weet van heeft, aandacht anders dan de zijne?Ā 


In de nachtclub is de Jaloerse Drankzuchtige, overigens geheel tegen de verwachtingen in, kansloos. De drank maakt van hem geen charmeur, hij stompt af. Hij maakt geen actie, gaat geen gespek aan, nee, er kan vaak nog geen lachje vanaf. De nachtclub-etiquette is op hem niet van toepassing. Men zou zelfs kunnen stellen dat de Jaloerse Drankzuchtige hier niet in zijn element is. Geen verleidende dans, geen uitdagend oogcontact, geen stap op de man af. Oogcontact maakt hij wel, maar meer verwijtend. Er kan een lachje af, maar meer op zo’n manier waarop mensen kunnen lachen wanneer een gehaat persoon stiekem best een leuke grap maakt. Hoe hij zich door het schuim worstelt, krijgt inmiddels steeds meer weg van een queste door een Jeroen Bosch-achtige woesternij. De jacht naar de groene ogen.


In het hoofd van de Jaloerse Drankzuchtige ontspint zich langzaam dat ene scenario. Hij wortelt zich langs de laatste persoon, de gelederen sluiten zich, het licht valt op een nader te onthullen persoon, en dan: die ogen, omhuld door duisternis. De mensen verdwijnen voor even. Hij zou zich na een snelle blik in de groene ogen door het kleed laten vloeren, en in zijn val zou hij S. met zich meenemen. Zoals geweld in het echt altijd wat houteriger is dan in de films, is ook dit scenario aan realiteit onderhevig. Want daar staat ze, in zwaar bedronken toestand. Zij bevriest hem, sluipt naar hem toe, en vangt de Jaloerse Drankzuchtige.

Ā 
Ā 

© 2025 door Pim Molenaar

 

beeld: nationaal archief

bottom of page